Home / Ik heb al het gevoel dat ik over 20 km in Santiago ben
Ik heb al het gevoel dat ik over 20 km in Santiago ben
30 mei 2012
🇪🇸
vanuit Spanje
Elke pelgrim die zijn Compostella wil halen en daarvoor een credential heeft om af te stempelen, tekent de gelofte dat hij elke andere pelgrim zal helpen zijn doel te behalen. Wie me wat kent,
kan het nauwelijks geloven, maar soms voel ik me in een verhaal van het nieuwe testament: met 12 apostelen aan tafel, 1 brood worden er plots meer, 2 vissen worden verdeeld tot iedereen genoeg heeft
en de wijn lijkt zich af en toe ook te vermenigvuldigen. Ik voel me ook soms als Maria naar Bethlehem stappende om dan te horen te krijgen dat er geen plaats is in de herberg en bovendien stap
ik al een hele tijd meestal blootvoets in mijn sandalen. Maar dat heeft er meer mee te maken dat ik die botinnen veel te zwaar aan mijn voeten vind en daardoor beu ben. Had volgens mij toch
beter op dit punt niet naar Bart geluisterd en voor mijn lage wandelschoenen gekozen. Maar daarvoor moet je Bart wat kennen: die heeft ooit voor Sinterklaas hoge wandelschoenen gekregen (noem het
bergbotinnen waar desnoods stijgijzers onder passen) en 30 jaar later had die nog liefst van al met dat paar schoenen de Camino gewandeld. Nu is het wel zo dat ik ondertussen wel 2 blaren op
mijn voeten heb op dezelfde plaats en de derde is in wording, maar veel last heb ik er voorlopig niet van. Ons engeltje heeft trouwens haar rode communieschoentjes ook aan de haak gehangen: op
een gegeven moment kwam ze blootvoets aan in de herberg, maar ondertussen heeft ze hier ergens blijkbaar toch trekkingssandalen gekocht. Soit, maar af en toe lijkt het er zelfs op dat we
eerder moslim zijn en allemaal op dezelfde dag in Mekka moeten staan :-) Vandaag vertelde een nederlandse vrouw Jeanne van 70 j me dat de Camino het leukste cadeau was dat ze zichzelf ooit gegeven
had. Eigenlijk ongelooflijk wat ze doet: ze is in Vezelay einde maart gestart en zal in totaal een dikke 1600 km afleggen. Ze is 19 jaar weduwe, maar loopt de laatste dagen als een verliefde puber
rond. Kost wat kost wil ze Santiago op 7 juni (samen met ons normaal ?) halen zodat ze haar 'liefje' nog zou kunnen zien die sinds kort een 2 dagen voor zou lopen. Een dag niet gelachen is een dag
niet geleefd is haar motto ! Zelf geniet ik ook van de contacten met andere pelgrims, de weg, het leven errond, ... Het is zalig om tijd te hebben om stil te staan bij anderen, jezelf, de natuur, de
dierengeluiden, alles en niets. Zo hebben we eens een hele tijd staan kijken hoe mieren met de overschot van ons stokbrood ervan doorgingen. Schitterend ! Kregen die weer allerlei namen van
ons. Mijn laatste verhaal eindigde in Leon. We sliepen daar bij de zusters van st Benedictus en voor het eerst hadden we een herberg waar de mannen apart moesten slapen van de vrouwen. 's
Avonds was er nog een viering/avondgebed met de zusters. Van de 45 speciale zitjes voor hen, waren er nog 14 ingenomen en 12 daarvan waren misschien rond dezelfde leeftijd als de huidige paus. Het
gaan nog drukke tijden worden voor die 2 jonge zusters over een paar jaar ! Vanuit Leon hadden we terug gekozen voor een variant. In het kleine dorpje kwamen we terug de 2 nederlandse dames
(Klaartje en Helene) tegen die ons achtervolgden vanaf Tosantos (die parochiale herberg). Of waren wij het die hen achtervolgden want ze wisten precies altijd de leukste herbergen uit te kiezen ? Zij
hadden ons de tip gegeven even langs te gaan in het plaatselijke museum van 'Senior telefonica'', zo'n man van een jaar of 70 die werkelijk alles verzamelde en daar hele verhalen (enkel in het
spaans) kon over vertellen. De dag nadien kwam de route weer samen in Astorga en zagen we weer heel wat bekende gezichten terug, oa onze 'wandelaar' Marc met wie we altijd afspreken om samen
iets te gaan eten als we in hetzelfde dorp zitten. Klaartje en Helene zijn ook mee geweest. Je zou het misschien niet verwachten van de nederlanders, maar naast de juiste herbergen uitkiezen, hebben
ze ook een goede neus om de juiste plat te kiezen in het juiste restaurant. Ondertussen liepen we al een dag of 10 door een min of meer vlak landschap maar vanaf Astorga moesten we onze benen
insmeren om te klimmen naar de 'montes de Leon'. We kozen ervoor om de normale stopplaats te passeren en te slapen dicht bij de top op een 1400 m in Foncebadon. Blijkbaar zou hier op 20 mei (de dag
dat het zo koud was) nog een flink pak gesneeuwd hebben hier. Daar was nu wel niets meer van te merken. De volgende morgen stonden we dan na een uurtje op de Cruz de ferro: op het dak van de
Camino (1517 m) waar een steen die je meedraagt van thuis achtergelaten wordt als teken van balast die je aflegt. Alleen hadden 'Jozef en Maria' geen steen(tje) mee van thuis. Ook de gedachte dat ik
een steen had afgelegd, maakte mijn rugzak wel niet lichter. Maar in de afdaling kwam dan toch de bevrijding. Marc die op hotel slaapt en zijn bagage altijd laat vervoeren, heeft nu mijn botinnen.
Als je altijd een bepaald gewicht gewend bent en opeens gaat daar 1,5kg uit, dan voel je dat wel hard. Ps nog iets over mijn sandalen : Er zijn heel wat pelgrims die hun voeten helemaal
afgeplakt hebben, maar ik moet tegenwoordig 's morgens mijn Teva sandalen afplakken omdat ze eigenlijk op den draad versleten zijn. Hopelijk haal ik daarmee Santiago nog. 100km verder aan de
kust ligt Finistere, 'het einde van de wereld' dachten ze vroeger. Voor pelgrims die tot daar gaan, is het de gewoonte daar iets te verbranden. Het ziet ernaar uit dat ik toch nog tijd ga hebben om
tot daar te wandelen en mijn sandalen daar achter te laten.